Op 11 juli 2025 is het dertig jaar geleden dat de genocide in Srebrenica plaatsvond. Hoewel de Nederlandse staat deels aansprakelijk is gesteld voor deze genocide, krijgt deze gebeurtenis nog steeds weinig aandacht in het Nederlandse onderwijs. En als dat gebeurt, gaat de aandacht vooral uit naar de rol van Dutchbat – de Nederlandse VN-soldaten die de genocide niet konden voorkomen – dan naar de slachtoffers zelf. Om beter te begrijpen hoe deze gebeurtenissen doorwerken in Bosnië en Herzegovina en hoe ze zorgen voor moeilijkheden en uitdagingen in het geschiedenisonderwijs sprak Bjorn Wansink met Bojana Dujkovic Blagojević, specialist in het onderwijzen van gevoelige en controversiële onderwerpen omtrent de geschiedenis van voormalig Joegoslavië, en met Melisa Forić, senior onderwijsassistent en onderzoeker aan de Universiteit van Sarajevo, die recent promoveerde op de politiek van onderwijs in Bosnië en Herzegovina.
Iedereen zijn eigen geschiedenisboek
Wanneer de experts gevraagd worden naar het doel van geschiedenisonderwijs, branden ze los. Bojana benadrukt het belang van leerlingen leren begrijpen dat geschiedenis, zoals het wordt weergegeven in schoolboeken, een interpretatie is – gevormd door bronnen en vooroordelen. Daarom moeten leerlingen wat haar betreft tussen de regels door leren lezen, kritisch denken en hun eigen conclusies leren trekken, in plaats van passief informatie absorberen. Melisa voegt daar aan toe dat geschiedenisonderwijs leerlingen moet leren om vragen te stellen en het verleden te analyseren, en bovendien bij moet dragen aan het hoog houden van menselijke waarden als gelijkheid, respect en vrede.
Het complexe onderwijssysteem in Bosnië en Herzegovina bemoeilijkt deze doelen, voortkomend uit grondwettelijke garanties dat burgers recht hebben op onderwijs in hun eigen taal. Bosnië en Herzegevina bestaat uit drie grote bestuurlijke eenheden: de Federatie van Bosnië en Herzegovina (FBiH), Republika Srpska (RS) en het district Brčko. Melisa legt uit dat het land in wezen drie grote onderwijssystemen heeft, elk afgestemd op de belangrijkste etno-nationale groepen van het land. Maar het is nog verder gefragmenteerd, want binnen de FBiH zijn er ook nog kantons, waarbinnen de etnische meerderheid de onderwijstaal en de inhoud van het curriculum bepaalt. Sommige kantons zijn overwegend Bosnisch, andere Kroatisch, en sommige zijn gemengd. Soms delen twee scholen hetzelfde gebouw, maar volgen ze totaal andere leerroutes en gebruiken ze verschillende geschiedenisboeken.
Er is geen nationaal ministerie van Onderwijs dat het onderwijs in alle regio’s overziet en coördineert, vertelt Melisa. Pogingen om tot een meer verenigd geschiedeniscurriculum op staatsniveau te komen, zijn nog niet gelukt. Als gevolg blijven de meeste geschiedeniscurricula sterk etno-nationaal georiënteerd, wat de verdeeldheid en spanningen tussen de gemeenschappen vergroot.
Daad van agressie of oorlog voor bevrijding
Die verdeeldheid zie je ook terug in hoe de geschiedenisboeken de oorlog in voormalig Joegoslavië behandelen, waarbij de vraag over wie de oorlog startte het meest verdeelt. Verschillende groepen hebben verschillende antwoorden en zelfs de aard van de oorlog wordt betwist. Was het een daad van agressie? Een oorlog voor nationale bevrijding? Een burgeroorlog? Er is geen gedeelde geschiedschrijving en dit gebrek aan consensus is diep verankerd in het onderwijssysteem.
Bojana licht toe dat misschien wel meer dan 80% van alle geschiedenisleraren een persoonlijke link met de oorlog hebben, ofwel doordat ze zelf betrokken waren of hun familieleden. Stel je voor dat je een voormalig soldaat, vluchteling of iemand wiens familie gevangen zat tijdens de oorlog als leraar hebt – dat brengt beladen verhalen en trauma’s mee het klaslokaal in. Het kan ertoe leiden dat narratieven inclusief vooroordelen doorsijpelen naar jongeren. Melisa blikt terug op een filmvertoning die ze organiseerde voor studenten waarin veteranen van alle drie de kanten van het conflict openlijk spraken over de wreedheden die door alle partijen waren begaan. Na afloop stonden sommige studenten op en protesteerden, omdat ze duidelijk wilden weten wie de agressor en wie het slachtoffer was. De veteranen waren geschokt dat jonge mensen – die de oorlog niet eens hadden meegemaakt – er zulke starre, eenzijdige opvattingen op na hielden.
Patriottisme verstoort de complexiteit van de geschiedenis
Melisa en Bojana werken beiden aan een opener en kritischer perspectief op de oorlog in het onderwijs. Dit is echter niet gemakkelijk en ook niet zonder risico. Melisa krijgt bijvoorbeeld vaak kritiek te verduren omdat ze een veelzijdige benadering van geschiedenis voorstaat, waarbij collega’s haar een gebrek aan patriottisme verwijten. Melisa waarschuwt echter dat een nadruk op patriottisme de complexiteit van de geschiedenis verstoort en leidt tot een eenzijdig narratief.
Helaas is er geen instelling op staatsniveau die in staat is om de eenzijdige, nationalistische verhalen die vaak in schoolboeken staan te veranderen. In plaats van een genuanceerder begrip aan te moedigen, blijft het geschiedenisonderwijs gepolitiseerd. Dit probleem wordt vooral duidelijk tijdens verkiezingsperiodes, wanneer politici de gelegenheid aangrijpen om kritiek te leveren op schoolboeken, omdat ze oorlogsmisdadigers zouden verheerlijken of belangrijke aspecten van de oorlog zouden weglaten. Dit leidt tot een cyclus van reacties, waarbij politici uit andere regio’s aandringen op veranderingen in de schoolboeken op basis van hun eigen politieke agenda.
Ook lesgeven over de genocide in Srebrenica is geen pure historische aangelegenheid, maar een politieke kwestie, aldus Bojana. Veel van haar collega’s gaan het onderwerp zelfs uit de weg, uit angst voor conflict wanneer leerlingen met verschillende interpretaties vanuit thuis de klas in komen. Ook staan leerlingen er vaak niet voor open om over de genocide te leren van hun docenten. Bojana herinnert zich een interview waarin een jongen op televisie zei dat hij de ‘echte geschiedenis’ al kende omdat zijn vader hem die had verteld, en dat die versie op school verteld zou moeten worden. In haar ogen een typisch voorbeeld van hoe elkaar tegensprekende verhalen op verschillende manieren worden doorgegeven en versterkt.
Oorlog als instrument voor politieke manipulatie
Bojana en Melisa maken zich beiden zorgen over de verdeeldheid en polarisatie in hun land. Bojana verzucht hoe de oorlog en geschiedenis een instrument voor politieke manipulatie is geworden. Dit komt volgens haar grotendeels doordat dezelfde politieke elites die het land in de jaren ’90 leidden, nog steeds aan de macht zijn. En die politici hebben in haar ogen geen heldere visie voor de toekomst, beheersen het heden nauwelijks, maar controleren het verleden. En door het verleden te beheersen, manipuleren ze emoties.
Bojana blikt terug op het doel van geschiedenisonderwijs. ‘Als het belangrijkste doel van geschiedenisonderwijs is om toekomstige patriotten op te voeden om een enkelvoudige nationale identiteit te versterken, dan werkt het systeem goed, tenminste voor degenen die zich achter dat doel scharen,’ zegt ze. Ze vervolgt: ‘Natuurlijk is deze aanpak zeer problematisch in een land waar drie verschillende nationale identiteiten naast elkaar bestaan. Maar als het echte doel is om kinderen op te voeden die de democratie omarmen, democratische waarden koesteren en kritisch denkvermogen ontwikkelen, dan is het duidelijk: we falen.’
Zowel Melisa als Bojana gaven aan weinig hoop te hebben dat politici bereid zijn om het systeem te hervormen of de manier waarop geschiedenis wordt onderwezen te veranderen. Dit maakt grassroots, bottom-up initiatieven des te belangrijker. Zulke inspanningen zijn cruciaal om verandering teweeg te brengen en hoop voor de toekomst te bieden. Toch zet het ook enorme druk op geschiedenisleraren die op een andere manier les willen geven.
Hoe geef je les over de genocide in Srebrenica?
Melisa verwijst naar het werk van prof. Dubravka Stojanović en haar gelaagde methode bij het bespreken van dit soort wreedheden.
- Begin met de feiten. Begin de les door basale vragen te beantwoorden: wanneer, wie, waar? Dit biedt een duidelijk fundament voor verder onderzoek.
- Gebruik een reeks bronnen. Breng divers materiaal in: officiële documenten, rapporten, krantenartikelen en andere bronnen die dicht bij de tijd van de gebeurtenissen zijn gemaakt en die meerdere perspectieven laten zien.
- Neem persoonlijke getuigenissen op. Laat leerlingen de stemmen van de direct betrokkenen horen: overlevenden, familieleden van slachtoffers en zelfs daders. Deze menselijke verhalen maken veel meer impact dan statistieken.
In het kader van de 30-jarige herdenking van de genocide ontwikkelden wij een dossier met achtergrondinformatie en werkvormen. In de kennisbank lees je het verdiepende artikel met de geschiedenis, context en achtergrond: Dertig jaar Srebrenica: hoe dient deze genocide als waarschuwing?. Er zijn werkvormen beschikbaar op twee niveaus: drie en vier sterren.
Meer lezen?
- Corwin, P. (1999). Dubious Mandate. A Memoir of the UN in Bosnia, Summer 1995. Duke University Press.
- Karge, H. (2022). History Teaching Materials on 1992-1995 in Bosnia and Herzegovina: Building Trust or Deepening Divides? The Report on learning and teaching on the period of 1992-1995 in primary schools throughout Bosnia and Herzegovina. Organization for Security and Co-Operation in Europe. https://www.osce.org/files/f/documents/1/f/541980.pdf.
- Plasto, M. F. (2020). A divided past for a divided future!? The 1992-1995 war in the current history textbooks in Bosnia and Herzegovina. Radovi: Historija, historija umjetnosti, arheologija, 7(2), 295-321.
- Savicka, J., Marić, D., Radaković, A., & Wansink, B. (2025). Teachers’ Guide for Teaching Sensitive and Controversial Issues in the Post-Yugoslav Space. Euroclio. https://euroclio.eu/download/teaching-history-that-is-not-yet-history-teachers-guide-for-teaching-sensitive-and-controversial-issues-in-the-post-yugoslav-space/.
- Stojanović, D. (2014). How to teach about Srebrenica? Peščanik.net. https://pescanik.net/how-to-teach-about-srebrenica/.
- Van Berkel, M. (2020). Veilig Gebied? Srebrenica in het Nederlandse onderwijs. PAX voor vrede. https://paxvoorvrede.nl/wpcontent/uploads/import/import/pax-rapport-srebrenica-in-het-nederlandsgeschiedenisonderwijs.pdf.
- Verbraak, C. (2022, 13 mei). Alma Mustafic: ‘Het gaat altijd alleen maar over Dutchbat, ik wil dat ook ons verhaal wordt verteld’. NRC. https://www.nrc.nl/nieuws/2022/05/13/alma-mustafic-het-gaat-altijd-alleen-maar-over-dutchbat-ik-wil-dat-ook-ons-verhaal-wordt-verteld-a4124204
Credits thumbnail
Martha_jean (Flickr), https://creativecommons.org/licenses/by-nc/2.0/deed.nl
Bijschrift thumbnail
Op de foto staat een Sarajevo Rose. Dit zijn mortiergaten in de straten van Sarajevo die zijn opgevuld met rode hars als herdenkingsplek voor de slachtoffers van de Bosnische oorlog. Er zijn zo’n 200 van deze markeringen in de stad te vinden.