Omgaan met controversiële onderwerpen in de klas: vier strategieën 

Scholen zijn verplicht om leerlingen op te leiden tot democratisch, kritisch denkende burgers. Maar het bespreken van en het lesgeven over controversiële onderwerpen, zoals het Israëlisch-Palestijns conflict, COVID-19 of complottheorieën, kan lastig zijn. Hoe kun je dit soort onderwerpen het beste bespreken? Wanneer ga je wel en niet in op opmerkingen van een leerling? Hoe zorg je dat een polariserend onderwerp de klas niet verder splijt? Voor het bespreken van dit soort onderwerpen bestaat geen eenduidige aanpak. Toch zijn er diverse strategieën die je kunt toepassen, met ieder zijn voors en tegens 

Patist en Wansink (2017) hebben een reactiekwadrant ontwikkeld dat laat zien op welke verschillende manieren je om kunt gaan met controversiële reacties van leerlingen. De horizontale as vertegenwoordigt de relatie die de docent heeft met de leerling, of met de klas. Deze as loopt van ‘verzwakking van de relatie (-)’ tot aan ‘versterking van de relatie (+)’. De verticale as van het kwadrant vertegenwoordigt in hoeverre de docent het onderwerp inhoudelijk bespreekt. Bovenin (+) richt de docent zich op het volledig inhoudelijk bespreken van het onderwerp en onderin (-) gaat de docent, al dan niet bewust, niet of minder in op het onderwerp. Als docent kun je voor verschillende strategieën kiezen, wat invloed heeft op de relatie met je klas én op de inhoud van je les. In deze blogpost nemen wij je mee in de voor- en nadelen van de vier verschillende strategieën. 

Cool-down

Bij de cool-down strategie kies je er bijvoorbeeld voor om de leerling die een extreme opmerking maakt de klas uit te sturen of om de reactie van de leerling te negeren. Deze strategie is linksonder terug te vinden in het reactiekwadrant, waarbij je ziet dat het een negatieve invloed heeft op de inhoud en de relatie met de leerling die over de grens gaat. Het nadeel van deze aanpak is dat deze leerling zijn of haar emoties niet kan uiten of bespreken, wat een negatief effect heeft de relatie tussen de leerling en docent. Bovendien ga je niet in op de inhoud en blijft het onderwerp daarmee onbesproken. Aan de andere kant communiceer je naar de rest van de klas wel een duidelijke norm: je laat zien dat je dit soort reacties niet tolereert in je klas. Bovendien geef je, door de leerling de klas uit te sturen, jezelf de tijd om het aangaan van de confrontatie voor te bereiden en om even afstand te nemen en letterlijk af te koelen. Emoties kunnen namelijk hoog oplopen in dergelijke situaties, zowel bij jou als docent als bij de leerling.  

Counter-narrative

Zet je in op het vrijwel meteen aanbieden van een ander narratief voor de leerling, dan pas je de ‘counter-narrative’ strategie toe. Jij doet dan je best om de leerling er meteen van te overtuigen dat het narratief dat hij of zij heeft fout is. Een nadeel van deze strategie kan zijn dat de emoties en de opvattingen van de leerling genegeerd worden. Bovendien is de kans dat je de leerling (meteen) overtuigt klein. Daarbij is het belangrijk om te beseffen dat er een reële kans is dat de relatie tussen jou en de leerling verslechtert, doordat je de ideeën van de leerling niet verder onderzoekt. Vindt de leerling echt dat corona een hoax is? Of is de leerling angstig, omdat de situatie onzeker is en er geen uitzicht is op zekerheid? Daartegenover staat dat je bij deze strategie als docent controle houdt over het gesprek. Het voordeel daarbij is ook dat de andere leerlingen in de klas niet alleen het verhaal van de leerling horen, maar ook wat jij wil vertellen. Zoek naar rationele criteria en betrouwbaar bronmateriaal om het gesprek vorm te geven. De ‘counter-narrative’ strategie is te vinden linksboven in het reactiekwadrant en richt zich dus voornamelijk op het bespreken van de juiste inhoud.  

Relativisme

Een andere strategie is het stellen van open vragen om het gesprek met de leerling te starten. Deze strategie bevindt zich rechtsonder in het kwadrant. Door de leerling aan het woord te laten, is er ruimte om emoties en zorgen te delen. Daarbij is het ook van belang om aandacht te besteden aan de emoties en zorgen van de rest van de klas, door ze bijvoorbeeld hun argumenten en standpunten te laten opschrijven. Bij het toepassen van deze strategie verslechtert de relatie tussen jou en de leerling(en) niet, omdat zij het gevoel hebben dat ze serieus worden genomen (relatie +). Zorg er uiteindelijk wel voor dat jij zelf bewijs zoekt of de leerlingen bewijs laat zoeken voor de gegeven argumenten en standpunten. Doe je dit niet, dan kan het lijken dat alle standpunten en onderbouwingen gelijkwaardig zijn. Hierdoor kunnen leerlingen beïnvloed worden door ideeën uit complottheorieën en ideeën die gebaseerd zijn op desinformatie (content -). De strategie ‘relativisme’ is rechtsonder te vinden in het reactiekwadrant en richt zich op het naar boven halen van de verschillende perspectieven.  

Argumentatie

Een andere strategie is om de leerlingen hun standpunten met een kritische blik te laten evalueren. Dit is de ‘argumentatie’ strategie en is rechtsboven te vinden in het kwadrant. Hiervoor heb je als docent wel genoeg kennis nodig over het onderwerp. Je moet boven de stof staan, anders kun je niet genoeg informatie geven om de leerling kritisch te laten kijken naar zijn eigen standpunten. Een klassikale discussie kan de leerlingen helpen om hun eigen perspectieven te heroverwegen. Een startvraag voor deze discussie kan zijn: ‘Laten we eens kijken of we op feiten gebaseerde informatie kunnen vinden over de positie van Israël in het Israëlisch-Palestijns conflict, en zien of we het eens kunnen zijn met de verklaring of hebben we een behoefte om het te wijzigen?’ Zorg er wel voor dat de discussie open blijft en je niet elkaar blijft overtuigen, zonder naar elkaar te luisteren. Een belangrijke noot bij het toepassen van deze strategie is dat de leerlingen wel enig begrip moeten hebben van concepten zoals feit, mening, betrouwbaarheid (van (online) bronnen) en argumentatie. 

Een tip is om te beginnen met het erkennen van het gevoel dat de leerling heeft en dit proberen te begrijpen. De leerling kan bijvoorbeeld zorgen hebben over een bepaald onderwerp. Deze zorgen kunnen dan een aanknopingspunt zijn voor verder onderzoek naar het perspectief van de leerling. Op basis van betrouwbare informatie kun je in gesprek gaan met de leerling over waarom het desbetreffende onderwerp lastig en beladen is en waarom het zoveel controverse oplevert. Deze strategie is rechtsboven in het reactiekwadrant te vinden, omdat zowel de relatie versterkt als de inhoud besproken wordt.  

Is een discussie altijd constructief?

Discussie in de klas kan ook nadelen hebben, omdat controversiële onderwerpen altijd nauw verbonden zijn met de identiteit van een leerling. De leerling is dan minder geneigd om reflectief deel te nemen aan de discussie. Daarnaast kan het bespreken van ‘extremen’ ook nadelig zijn, omdat het gevoel kan ontstaan dat er alleen maar ruimte is voor het ene ‘extreem’ tegenover het andere ‘extreem’. Het is belangrijk dat je goed nadenkt over hoe je het onderwerp aanbiedt en introduceert. Een voorbeeld van zo’n methode is door gebruik te maken van een historiserende aanpak. Het bespreken van het onderwerp vanuit de historie zorgt ervoor dat het de leerlingen niet direct beïnvloedt en dat ze minder emotioneel betrokken zijn. De leerlingen worden hierdoor gestimuleerd om te discussiëren, kritisch te denken en om zich in te leven in meerdere perspectieven.  

Daarnaast kan het gebeuren dat leerlingen standpunten verdedigen door het aanhalen van informatie uit complottheorieën. Om te voorkomen dat dit complotdenken versterkt, is het belangrijk dat je nagaat welke feiten je wilt meegeven, bijvoorbeeld over coronavaccins, en niet ingaat op de mythe die de leerlingen vertellen. Als docent is het altijd goed om in je achterhoofd te houden wat het effect kan zijn van lesgeven over complottheorieën, omdat je ook de interesse in het onderwerp bij de leerling kunt vergroten. Je kan dan ook kiezen om de triggers te bespreken, zoals de angst voor het onbekende. Belangrijk hierbij is dat je je focust op wat de verbindende factor is in plaats van dat je benadrukt wat de verschillen zijn.  

Conclusie

Het is belangrijk om te beseffen dat jij als docent de diepgaande maatschappelijke problemen, die de leerling mogelijk ervaart, niet kunt oplossen. Maar je kunt de leerling wel helpen om het probleem verder te onderzoeken en hem of haar bewust te maken van zijn of haar eigen verantwoordelijkheden. In alle gevallen is het onderhouden van een goede relatie met de leerling belangrijk. Daarnaast willen leerlingen autonomie ervaren om de wereld beter te maken. Stimuleer de leerlingen om te bedenken wat ze zelf kunnen doen tegen polarisatie in de maatschappij. 

Zoals eerder gezegd is er geen eenduidige strategie om controversiële onderwerpen te bespreken en de reacties van leerlingen die daarbij horen aan te pakken. Het hangt af van de docent, maar zeker ook van de leerlingen en de situatie in de klas. Daarbij moeten docenten vaak in een split second en onder hoge druk een reactie geven. Het reactiekwadrant kan je helpen navigeren door en reflecteren op verschillende strategieën.   

Verder lezen?

Deze blog is geschreven door Yvon Wennekers, stagiair bij TerInfo (2022) en docent mens en maatschappij.