Van niet kunnen slapen naar een veilig gevoel. Wat weten en voelen kinderen bij terrorisme en hoe geef je er les over?

‘Ik ben er vooral bang voor als ik in bed lig, dan denk ik er soms aan en dan kan ik niet slapen.’ De aanslag op een tram in Utrecht, de moord op Samuel Paty: terroristische aanslagen zijn heftige gebeurtenissen die ook kinderen meekrijgen en die kunnen zorgen voor heftige emoties. In samenwerking met kinderkrant Kidsweek onderzocht TerInfo wat kinderen in groep 7 en 8 eigenlijk weten van terrorisme.

Kinderen consumeren nieuws steeds vaker via sociale media. Online kunnen kinderen beelden van terrorisme of politiek geweld tegenkomen, waardoor ze zich onveilig en angstig kunnen voelen. Bovendien wordt door ouders en leraren vaak onderschat wat kinderen meekrijgen van dit soort heftige gebeurtenissen. Daarom is het van belang dat dergelijke onderwerpen in een veilige omgeving besproken worden, zoals in de klas. Maar het goed bepreken van terrorisme in de klas kan lastig zijn, je weet immers niet hoe leerlingen zullen reageren of welke emoties er loskomen. Daarom is het voor leraren belangrijk om op de hoogte te zijn van de verschillende achtergronden en ideeën van de leerlingen in de klas. Om daar een beeld van te krijgen onderzocht TerInfo in samenwerking met Kidsweek de kennis, houding en gevoelens van kinderen ten aanzien van terrorisme en de manieren waarop zij nieuws consumeren.

Hoe is het onderzoek uitgevoerd?

Voor het onderzoek vulden 224 leerlingen uit groep 7 en 8 een vragenlijst in. De kinderen beantwoordden een vragenlijst van 26 vragen over hun kennis van terrorisme, wat ze ervan vonden, wat ze erbij voelden en ten slotte naar hun nieuwsconsumptie. Om het onderwerp in te kaderen gaf TerInfo na het afnemen van de enquête een gastles over terrorisme. Twintig leerlingen werden na het invullen van de vragenlijst diepgaander geïnterviewd. Hierdoor kregen we ook een beeld over de toegevoegde waarde van lesgeven over terrorisme. 

‘Op het Jeugdjournaal hoor je steeds meer dingen over terrorisme.’

Wat weten kinderen over terrorisme?

Ondanks dat kinderen steeds vaker nieuws consumeren via sociale media, zien de bevraagde leerlingen het NOS Jeugdjournaal nog steeds als de belangrijkste nieuwsbron. Ze kijken het NOS Jeugdjournaal thuis of op school, maar de leerlingen bespreken het weinig. 

Uit het onderzoek blijkt dat een groot deel van de leerlingen (bijna 90%) denkt dat er steeds meer terroristische aanslagen plaatsvinden, terwijl dit aantal in het Westen afneemt en het aantal doden dat valt bij terroristische aanslagen wereldwijd daalt. Dat de leerlingen denken dat het aantal aanslagen toeneemt, komt volgens henzelf doordat ze het zien op het nieuws of erover horen in de klas: ‘Op het Jeugdjournaal, bijvoorbeeld, daar hoor je steeds meer dingen over terrorisme.’

Toch lijkt het voor bijna de helft van de leerlingen (vóór de gastles) lastig om te benoemen wat terrorisme precies is en kunnen ze het niet goed onderscheiden van criminaliteit. De bevraagde leerlingen associëren terrorisme of een terrorist dan vooral met uiterlijke kenmerken als ‘bivakmutsen’ en ‘wapen’ en met persoonskenmerken als ‘boze mensen’ en ‘islamitisch’. Na de gastles spraken de leerlingen neutraler over terrorisme en hadden ze een breder begrip van wat terrorisme inhoudt. 

Wat voelen kinderen bij terrorisme?

Voor de gastles hebben de bevraagde leerlingen weinig feitelijke kennis over terrorisme, maar ze hebben wel associaties en gevoelens bij het onderwerp. De informatie die ze online meekrijgen, kan leiden tot zowel angst als misvattingen en stereotyperingen. Het beeld dat leerlingen over terrorisme hebben is sterk associatief en ze beschrijven terroristen bijvoorbeeld als ‘boze, gestoorde mensen die zichzelf opblazen of om zich heen schieten’. Toch voelt driekwart van de leerlingen zich veilig in Nederland. Er zijn ook leerlingen die van de kans op een aanslag niet kunnen slapen en beelden van het nieuws en aanslagen ontwijken: ‘Ik ben er vooral bang voor als ik in bed lig, dan denk ik er soms aan en dan kan ik niet slapen.’ Na de gastles weten leerlingen beter dat er in Nederland weinig aanslagen en slachtoffers van aanslagen zijn, daardoor voelen ze zich veiliger. 

Zelf terrorisme bespreken in de klas?

Kinderen komen veel verschillende informatie tegen over terrorisme en politiek geweld, maar kunnen dit niet altijd in de juiste context plaatsen, terwijl dat wel heel belangrijk is voor hun gevoel van veiligheid. Door een onderwerp als terrorisme te bespreken in de klas, help je kinderen bij het inkaderen van heftige gebeurtenissen. Leerlingen lijken minder bang te worden als ze de gebeurtenissen in perspectief kunnen plaatsen. Daarnaast krijgen ze handvatten voor wat ze zelf kunnen doen, zoals het stoppen met bekijken van heftige beelden van aanslagen of stoppen met delen van opruiende berichten op sociale media. 

Wil je terrorisme en ander (politiek) geweld op een veilige en doordachte manier bespreken in je klas? Bekijk dan eens de lessenserie ‘Geschiedenis van terrorisme‘ van TerInfo of neem een kijkje in de kennisbank met meer informatie over aanslagen en aanslagplegers. 

Meer lezen?

Lees hier de hele publicatie van het onderzoek.